Het is zaterdagavond en draai in mn eentje een dienst op een Universiteit met meerdere gebouwen. Omstreeks 22.30 uur bevind ik mij in de loge als er een inbraakalarm binnen komt.
Gebouw K, balkondeur 1e etage, oostzijde lees ik af op de alarmmonitor. Vreemd, want deze deuren worden nooit gebruikt en zijn altijd afgesloten.
Het waaide nogal die avond dus het zou kunnen dat het alarm door de harde wind geactiveerd was.
Ik pak mn meplite en mijn Trigilinq (persoonsalarm) en begeef me naar het betreffende gebouw. Een eerste controle buitenom levert niets bijzonders op dus ik besluit naar binnen te gaan. Aangekomen zie ik dat de deur gewoon gesloten is.
Ik open de deur en terwijl ik half in de deuropening sta, inspecteer ik het balkon.
Opeens zie ik dat mijn hele mouw vol beestjes zit. Van schrik doe ik een stap terug en ontdek dat niet alleen mijn mouw, maar ikzelf ook helemaal onder de beesten zit, op mn hoofd, in mn nek, overal...
Als een gek trek ik zoveel mogelijk kleren uit en begin die beesten van me af te slaan.
Dan zie ik het. Het zijn allemaal Lieveheersbeestjes. Gelukkig maar want die doen niks.
De beestjes hebben zich in de sponning van de deur genesteld om de winter door te komen.
Als ik even later de stalen balkondeur weer dichttrek hoor ik een hoop gekraak en zie zo de smurrie langs de deur naar beneden lopen. Ik besef me dat ik de overgebleven Lieveheersbeestjes allemaal heb geplet.
Vroeger heb ik geleerd dat je geen Lieveheersbeestjes mag doodmaken en met een behoorlijk schuldgevoel keer ik terug naar de loge....