De eisen voor branddetectie en alarmering is een wereld op zich. Diverse partijen hebben er mee te maken, en diverse partijen zijn het niet altijd eens. De eisen worden beschreven in diverse NEN- of EN normen.
Er is een discussie gaande of de normen eisen genoemd kunnen worden omdat de normen niet gratis zijn. Hierover kan gelezen worden op een collega forum voor de geïnteresseerden:
http://www.higherlevel.nl/forum/index.php?board=31;action=display;threadid=31570Tegenwoordig worden in een nieuwbouw melders geplaatst welke gekoppeld zijn met elkaar. Dit zijn melders volgens de NEN2555, ze worden gevoed door de netspanning en ze hebben een 9volts blokbatterij. Er worden er in een gemiddelde woning slechts 1 of 2 geplaatst, op de verkeersruimtes van de verblijfs cq slaapvertrekken. De melders hebben zelf naast optische signalering (een ledje voor alarmindicatie) ook akoestische signalering, in mijn ogen een zeer irritante en luide pieptoon (Absoluut niet volgens de NEN2575). Melders gaan ook "vals af" (ongewenste of onechte meldingen noemen professionals dat). Veel van deze melders moeten dan gereset worden door op de melder een knop in te drukken, heel vervelend voor de eindgebruiker. Vooral omdat een eindgebruiker deze knop pas gaat zoeken als hij of zij alarm heeft (terecht of niet). De knop is ook een testknop om de werking van de melder te controleren. Er word voorgeschreven door de verschillende fabrikanten om dit regelmatig (vaak 1x per maand of 2 maanden) te doen. Maar wat test je dan met deze knop? Volgens mij test je alleen de alarmering, het detectievermogen van de melder zou in deze situatie niet (meer) werken maar alarmering wel en dan denk je dat de melder functioneert. Beheer en onderhoud van "echte" brandmeldinstallaties word beschreven in de NEN2654. Hierin staat o.a. beschreven dat melders functioneel getest moeten worden, dus bijvoorbeeld met testgas. Maar even terug naar de melders volgens de NEN2555. Als er meerdere (2 dus) geplaatst zijn dan behoren ze gekoppeld te zijn, dit is meestal radiografisch gerealiseerd. Dus dat heeft dan weer een bijkomend effect voor de eindgebruiker dat de resetknop bij alarm op de verkeerde melder geen of tijdelijk effect heeft. Ook de plaatsing van de melder word niet gedaan met de projecteringsrichtlijnen volgens de NEN2535. Ze worden vaak geplaatst door een aannemer of elektricien zonder inzicht dankzij de NEN2535. Al met al vind ik een rookmelder (draadloos of bedraad) welke op een inbraakmeldinstallatie zit aangesloten eigenlijk een betere keus en kan dit ook goed verantwoord worden bij eisende partijen (verhuurder, verzekering of brandweer), mits goed beargumenteerd en geprojecteerd. Wat zijn jullie meningen hierover?