Cameratoezicht op de werkplek
Cameratoezicht op het werk kan helpen tegen bijvoorbeeld diefstal of beschadiging van eigendommen. Maar de inbreuk op de privacy van de werknemers en bezoekers is groot. Daarom mogen werkgevers alleen camera’s ophangen als zij aan een aantal voorwaarden voldoen. Ook moeten zij ervoor zorgen dat de inbreuk op de privacy zo klein mogelijk is. Een camera in bijvoorbeeld een toilet gaat te ver, omdat mensen dan ontkleed in beeld kunnen komen.
Gerechtvaardigd belang
De werkgever moet een zogeheten gerechtvaardigd belang hebben voor het cameratoezicht. Bijvoorbeeld diefstal tegengaan of werknemers en bezoekers beschermen.
Noodzaak cameratoezicht
Het cameratoezicht moet noodzakelijk zijn. Dat wil zeggen dat de werkgever het doel, bijvoorbeeld fraudebestrijding, niet op een andere manier kan bereiken. Is er geen andere mogelijkheid, die minder ingrijpend is voor de privacy? Dat moet de werkgever eerst nagaan.
Ook mag het cameratoezicht niet op zichzelf staan. Het moet onderdeel zijn van een totaalpakket aan maatregelen.
Privacytoets
De werkgever moet eerst een privacytoets uitvoeren. Dit betekent dat de werkgever de belangen en rechten van de werknemers en bezoekers afweegt tegen zijn eigen belang. Ook moet de werkgever de plannen vooraf met de ondernemingsraad bespreken.
Informatieplicht cameratoezicht
De werkgever moet ervoor zorgen dat de werknemers en bezoekers weten dat er een camera hangt. Bijvoorbeeld door bordjes op te hangen.
Bewaartermijn camerabeelden
De werkgever mag de camerabeelden niet langer bewaren dan noodzakelijk is. De richtlijn hiervoor is maximaal 4 weken.
Maar is er een incident vastgelegd, zoals diefstal? Dan mag de werkgever de betreffende beelden bewaren tot dit is afgehandeld.
Bron;www.autoriteitpersoonsgegevens.nl
zie ook;
Camera's op het werk
Ook de werkplek is een besloten omgeving. Werknemers fotograferen of filmen op de werkplek of in een bedrijfsruimte mag dus ook niet zomaar. Ook zij moeten vooraf gewezen zijn op de aanwezigheid van de camera. En ook hier moet de belangenafweging in het voordeel van de werkgever uitvallen.
Cameratoezicht is een verwerking van persoonsgegevens. Net als bij cameratoezicht op de openbare weg moet daarom een rechtvaardiging gevonden worden om dit te mogen doen. En ook nu is een protocol camera's op het werk verplicht. Dit protocol legt vast wat de werkgever mag doen met camera's en welke rechten de werknemers hebben.
Verborgen camera op het werk
Een bijzonder geval is een verborgen camera gebruiken op het werk. Meestal gebeurt dit in het kader van een onderzoek naar onregelmatigheden, zoals bijvoorbeeld diefstal uit het magazijn. Als er duidelijke aanwijzingen zijn van betrokkenheid van bepaalde personeelsleden, mag de werkgever met verborgen camera’s proberen deze betrokkenheid vast te leggen.
Daarbij gelden drie belangrijke beperkingen. Ten eerste mag de werkgever alleen specifiek die werknemers filmen die mogelijk betrokken zijn. Dus niet preventief iedereen. Ten tweede moet de werkgever vooraf hebben gemeld dat er verborgen camera’s gebruikt kunnen worden (maar natuurlijk niet waar die staan). En ten derde moet het middel wel proportioneel zijn. Er moeten geen andere mogelijkheden zijn om de onregelmatigheden aan te pakken.
Alleen betrokkenen vastleggen
De eerste beperking, alleen die mensen filmen die mogelijk betrokken zijn, vereist een afweging tussen de privacy-belangen van de werknemers en de opsporing van de onregelmatigheden. De werkgever moet zijn best doen om alleen die lokaties of die werknemers te filmen die relevant zijn. Wordt er bijvoorbeeld gestolen uit het magazijn, dan mag hij een verborgen camera in het magazijn ophangen. Een camera bij de hoofdingang mag niet om die reden, omdat daarmee veel te veel mensen heimelijk gefilmd worden.
In mei 2005 werd een vervoersbedrijf berispt wegens onrechtmatig heimelijk filmen van haar chauffeurs. Het bedrijf had alle buschauffeurs gefilmd vanwege klachten van een aantal passagiers dat zij na betaling geen kaartjes hadden gekregen. De rechter vond het echter te ver gaan om alle chauffeurs te filmen; de werkgever had eerst moeten uitzoeken welke buschauffeur(s) waarschijnlijk betrokken waren. Alleen deze hadden dan gefilmd mogen worden.
Informeren van werknemers
Als tweede moet de werkgever dus de werknemers informeren. Dit is iets eenvoudiger. Het is voldoende aan te geven dat er cameratoezicht is. Dat kan al gebeuren met een mededeling van het bedrijf in een algemene nieuwsbrief of een duidelijk zichtbaar bord bij de personeelsingang. Ook met het inlichten van de OR is aan deze eis voldaan. De OR heeft wel instemmingsrecht over het gebruik van verborgen camera’s.
Een computerbedrijf had verborgen camera’s in het magazijn opgehangen omdat vanaf begin 2005 uit het magazijn op onverklaarbare wijze goederen verdwenen. Het hoofd inkoop werd gefilmd terwijl hij een aantal zaken wegnam. Omdat het bedrijf de OR had ingelicht, en andere maatregelen niet hadden geholpen, vond de rechter het cameratoezicht toegestaan. Maar de goedkeuring van de Centrale Ondernemingsraad van Schiphol bleek niet genoeg om twee slapende werknemers te mogen ontslaan op grond van filmopnames. De OR moet echt zijn ingelicht dat er camera’s zijn opgehangen, niet alleen dat dit mogelijk kan gebeuren.
Proportionaliteit
Op grond van de derde eis zal de werkgever moet aantonen dat er geen andere oplossing was dan verborgen camera's. Voor bijvoorbeeld het voorkomen van diefstal zou een detectiepoortje bij de personeelsuitgang soms ook kunnen werken.
Bron;
http://www.iusmentis.com/maatschappij/privacy/filmen-cameratoezicht/