Uit publiek recht
Burgers hebben vooral een morele plicht om misdrijven te melden. Je mag alle strafbare feiten aangeven. Dit is bepaald in artikel 161 van het Wetboek van Strafrecht: 'Ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte of klacht te doen.' Hiertoe worden mensen ook opgeroepen door middel van voorlichting zoals de campagne: Meld misdaad! En niet te vergeten de oproepen die tijdens allerlei programma's als: 'Opsporing verzocht'. Vooral omdat de aangiftebereidheid onder de bevolking niet groot is.
Een wettelijke aangifteplicht bestaat voor 'ieder' , wanneer die kennis draagt van met name genoemde staatsgevaarlijke of levensbedreigende misdrijven, zoals bepaald in artikel 160 van het Wetboek van Strafvordering. Genoemd worden: misdrijven tegen de staat, maar ook ernstige misdrijven als verkrachting, moord en doodslag, mensenroof en onwettelijke vrijheidsbeneming. De aangifte moet 'onverwijld' worden gedaan bij de politie.
Er gelden twee uitzonderingen. Allereerst wordt een uitzondering gemaakt voor de pleger of medeplichtige zelf die daardoor aan zijn eigen vervolging zou meewerken. De andere uitzondering geldt personen met een wettelijk verschoningsrecht. Dat zijn beroepsbeoefenaren met een geheimhoudingsplicht (artsen, geestelijke, advocaten), of naasten van een verdachte, b.v. de echtgenoot. Voor de laatste groep is het een recht waar je een beroep op kunt doen, maar de rechter kan bepalen dat je wel moet getuigen.